Twee herinneringen (2012)

Een van de weinige malen dat hij zijn zelfbeheersing verloor

Hij moet een jaar of zeven geweest zijn, want ze woonden in hun tweede huis. Zijn moeder stond in de keuken en hij zat op de groene fluwelen bank; moeders favoriete meubelstuk. Hij had net een schietspelletje gespeeld, waarbij een plastic pistool pijltjes afvuurde. Moeder was woedend op hem en sprak hem toe vanuit de keuken. Iets over dat hij zich anders had moeten gedragen. Hij was niet een kind dat snel weerwoord gaf. Hij was niet een kind dat makkelijk sprak. Zijn moeders preek werd alsmaar langer. Hij herinnert zich hoe hij met haar woorden worstelde en tegelijkertijd naar het pistooltje keek dat nog losjes aan zijn vinger hing. Pistooltje, moeder; doen, niet doen. Hij herinnert zich hoe hij walgde van zijn eigen gedachte. Toen zijn moeder door bleef drammen verloor hij zijn zelfbeheersing: hij richtte het pistooltje op moeders been en haalde de plastic trekker over. Het laatste dat hij zich herinnert is zijn moeder die hem met open mond een angstige blik toewierp en hijzelf die misschien nog wel meer geschrokken was dan zij.

De jonge stenenverzamelaar

Hij herinnert zich hemzelf als jonge stenenverzamelaar. Trots op de joekel van een steen die hij gevonden had -hij weet niet meer waar- bracht hij het ding naar Nel, zijn buurvrouw. 'Nel kan de steen wel doormidden hakken, wie weet zitten er kristallen in,' sprak moeder over zijn vondst. Het volgende wat hij zich herinnert is Nel die zijn steen met het zorgvuldig oog van de specialist die ze niet was onderzocht, waarna zij hem seinde mee te lopen naar de tuin. Daar aangekomen legde Nel de steen op de vierkante, grijze tegels, zette een enorme duikbril op en hakte zijn trots in tweeën. (Zijn geheugen vertelt hem niet waar de duikbril en bijl vandaan kwamen.) Verwachtingsvol keek hij toe hoe Nel zich op haar hurken voor hem uitsloofde. Hij herinnert zich haar vuile blauwe spijkerbroek, haar piekerige kapsel en de kundigheid waarmee ze het klusje uitvoerde. Voldaan kwam Nel overeind en hij snelde zich naar de twee helften op de grond. Over kristallen valt niet echt te spreken, doch hij herinnert zich het zonlicht dat in het binnenste van zijn steen glinsterde.

Een aantal jaar later reed Nel opzettelijk het kanaal in en kwam er nooit meer uit. 


 
© Prins de Vos, 2024